De jungle

Deze dag werden we weer verrast door het heerlijke eten met als hoogtepunt tijdens het diner de verse vis uit de oven omhuld door bladeren die 4 uur daarvoor nog gevangen was uit de naastgelegen rivier.
Tijdens onze jungletochten hebben we veel geleerd: Zo weten we dat de macouwen (rood met blauwe papegaai) altijd met z'n tweeetjes (mannetje vrouwtje) zijn. Ze in de berg wonen (die voornamelijk uit zand en zout bestaat) en ze daar hun hol in maken en de zouten eten.
Er bestaat zoiets als een garlic-garlic tree waarvan de bast naar knoflook ruikt. (ik heb eeen stukje meegenomen). We hebben boompjes gezien waarvan de binnenkant gevuld is met glucose en daardoor bewoond wordt door de rode mier. Deze wonen dus ook in het binnenste van de boom en zijn zeer agressief. Zij beschermen de boom en wanneer je als indiaan een straf onderging werd je een tijdje aan de boom vastgemaakt. Na vier uur was de kans dan ook groot dat je het niet meer na kon vertellen. In de omtrek van een meter rond deze boom groeiden ook geen andere planten. Ook deze worden meteen doodgemaakt door de mieren. Mathilde en ik zijn allebei gebeten door een rode mier en deze krijg je echt niet zomaar los en je voelt de pijn nog zo'n 20 minuten.
Tal van verschillende mieren gezien waaronder ook eentje van zo'n 3cm groot. Moest je helemaal voor uitkijken want als je daardoor gebeten werd had je nog twee uur en dan werd je raar in je hoofd.
De wandelende bomen uit Lord of the Rings bestaan trouwens echt. Nou ja, ze zien er wel anders uit en ze lopen nog langzamer maar door steeds een nieuwe wortel te laten groeien gaan ze richting de zon en kunnen ze zo'n twee meter per jaar afleggen.
Als je hier ergens last van hebt (bijvoorbeeld een rotte kies, of een snee) dan heb je daar de blaadjes van de Camperio boom voor. Mathilde en ik kregen allbei een stukje en moesten erop kauwen maar niet doorslikken. Het blaadje werd al gauw een papje en je gehemelte begon te tintelen. Dat was het moment om het uit te spugen. Wat een rare beleving was dat zeg.
We hebben niet zoveel dieren gezien. Nou ja, de papegaaien dan. En een groep varkens hebben we laten passeren door ons te verstoppen maar ze toch snel de benen namen ttoen ze ons in de gaten kregen. De jaguar liep ook ergens rond. Die is heel moeilijk te spotten maar we hebben wel z'n afdrukken gezien. En de muggen natuurlijk. Tientallen vliegen er om je heen. Ook al ben je nog zo goed ingesmeerd met 'deet'. Op 3cm afstand scannen ze je huid af naar een plekje waar je al weer wat 'deet' hebt afgezweet. Zo nu en dan een muggenbeet moet je op de koop toenemen maar dat is immers ook jungle.
's avonds in het pikkedonker hebben we nog een nachtwandeling gemaakt waarbij we overigens hebben geleerd dat een hoofdlampje niet handig is tenzij je het prettig vind om beestjes in je ogen en neus te krijgen. We eindigden bij een moeras met boven ons zoveel zichtbare sterren en in het moeras lichtgevende larfjes en knipperende vuurvliegjes. Prachtig.